Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990

 

Artikel 37
1
Tegen een beslissing van het veterinair tuchtcollege aangaande een ingediende klacht kan binnen twee maanden na de dag van verzending van de in artikel 35, tweede lid, bedoelde aangetekende brief beroep worden ingesteld bij het veterinair beroepscollege:
a
door de persoon over wie geklaagd is, indien de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard is;
b
door de klager, indien zijn klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond verklaard is dan wel indien ingevolge artikel 29, derde lid, de klager niet-ontvankelijk is verklaard of zijn klacht is afgewezen;
c
door de ambtenaar, bedoeld in artikel 29, eerste lid.
2
Het beroep wordt ingesteld bij een met redenen omkleed beroepschrift, te zamen met een gewaarmerkt afschrift van de beslissing, waartegen het beroep gericht is. Het beroep schorst de beslissing.
3
Het veterinair beroepscollege kan degene die beroep heeft ingesteld niet-ontvankelijk verklaren, het beroep verwerpen of het beroep gegrond verklaren.
4
Indien het veterinair beroepscollege het beroep gegrond verklaart dan wel bij de behandeling van het beroep op andere dan de in het beroepschrift aangevoerde gronden tot het oordeel komt, dat de in eerste aanleg gegeven beslissing niet kan worden gehandhaafd, vernietigt het deze beslissing en doet de zaak alsdan zelf af.
5
Het veterinair beroepscollege kan het veterinair tuchtcollege uitnodigen inlichtingen te verstrekken.
6
Indien alleen de persoon over wie geklaagd is, beroep heeft ingesteld, kan het veterinair beroepscollege slechts met eenparigheid van stemmen een beslissing geven die een wijziging te zijnen nadele brengt in hetgeen door het veterinair tuchtcollege was beslist.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •